De achtergestelde lening wordt regelmatig gebruikt bij ouder-kind leningen en in uitzonderlijke gevallen bij hypotheekverstrekking. Dit noemt men dan een tweede hypotheek.
De faillissementswet regelt de verdeling van het vermogen wanneer een faillissement - zowel privé als zakelijk - voorkomt. Binnen het faillissement wordt gesproken van een rangorde van schuldeisers. Deze rangorde maakt een eerlijke verdeling onmogelijk. Zo is iedereen gelijk, behalve enkele uitzonderingen. Deze uitzonderingen hebben betrekking op de belastingdienst, houders van een pandrecht en partijen in het bezit van een achtergestelde lening.
Vanuit het bovenstaande vloeit voort dat het kan gebeuren dat de houder van een achtergestelde lening in geval van faillissement zijn geld kwijt is. En dat is natuurlijk voor geen enkele geldverstrekker - zakelijk dan wel particulier - wenselijk.
In sommige gevallen kan een geldverstrekker een voorkeurspositie wensen. Dit is het tegenovergestelde van een achtergestelde lening. Er zal in dit geval sprake kunnen zijn van een pandrecht of hypotheekrecht. Dit pandrecht moet worden bekrachtigd door een notaris zodat duidelijk is dat er sprake is van een voorrangspositie. De notariële akte dient als bewijs in de wettelijke verdeling wat aan de curator in het faillissement moet worden afgegeven.